Had u het ook gehoord? Er had er eentje gisterenmiddag duidelijk goesting om eindelijk nog eens een terrasje te doen. En neen, ik heb het deze keer niet over mezelf. Hoewel ik, toegegeven, ook amper kan wachten tot 8 mei.
Want we staan er nog amper bij stil, maar intussen zijn onze cafés en restaurants dus wel al een half jaar dicht. Ter vergelijking. Bij de eerste golf, een jaar geleden, zaten we al na amper 3 maanden weer op een terras of aan onze stamtafel.
Maar ik heb het nu dus niet over ondergetekende, maar wel over onze premier. Jawel, onze eerste minister. Waarom wou hij anders “onze uitdrukkelijke dRank overbrengen aan alle vrijwilligers in de vaccinatiecentra.”
En uiteraard. De traktatie is hen (of is het nu hun?) absoluut gegund. Al die mensen die zich inzetten om ons gezond te houden. En die er mee voor zorgen dat we onze prik krijgen. En terecht ook dat de premier nog eens met bloemetjes gooide naar de mensen van Pfizer in Puurs.
Onze eigen superhelden die stilaan de wereld redden, noemde hij ze. Ik moest meteen denken: de moderne versie van ‘De Kat’. Ik behoor dan ook tot de iets oudere jeugd die in de jaren 1970 al aan de beeldbuis gekluisterd zat.
Maar ik denk niet dat het die vrouwen in Lier zullen zijn die het rondje gaan betalen. Die vrouwen die klaar zaten om hun prik te krijgen. Maar dan vriendelijk werden gevraagd om toch maar weer door te gaan en morgen even terug te komen … omdat het de moeite niet meer was om nog een flacon open te doen.
Alle begrip natuurlijk dat ze in de vaccinatiecentra geen druppel willen laten verloren gaan. Maar had dan de eerste de beste voorbijgangers van de straat geplukt en hen (of hun?) er ook eentje gegeven. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn om iemand te vinden die een prikje wil.
De registratie op de intussen bijna beruchte reservelijst van QVAX zorgde zelfs voor zo’n toeloop dat de ticketverkopers van “Tomorrowland” jaloers werden op de lange online wachtrijen. ‘Vaccinatienijd’ is al een officieel woord.
Maar deze vaudeville deed de iets oudere jeugd, zoals ondergetekende, toch iets te veel denken aan die belegen moppen op de achterkant van onze almanakken, over die luie ambtenaren. Die ambtenaren leverden natuurlijk wel hilarische tv op met “De Collega’s”. Waarvoor eeuwige dank trouwens. Satire is nooit meer zo mild en tegelijk stekend geweest.
Maar voor de rest denk ik niet dat iemand echt terug wil naar dat soort toestanden. En al zeker niet als het gaat over zoiets belangrijks, zeg gerust levensbelangrijk, als de corona-prik.