Onze mening: Applaus

zat 28 Mar 2020

Het applaus is welverdiend. En dan bedoel ik natuurlijk het avondlijke applaus voor al onze verzorgers, verplegers, dokters… en noem maar op. Al die helden in de frontlinie. Want ja, in die woorden spreken we voortaan constant: frontlinie, lockdown, bazooka, … We zijn, het mag wel duidelijk zijn, in oorlog. In oorlog met dat virus. 
Al die mensen die elke dag het beste van zichzelf geven om al die patiënten de best mogelijke zorgen te geven, mogen dan ook wel eens in de bloemetjes worden gezet. Ze draaien, zonder verpinken, dubbele shiften. Niet wetende wat er op hen afkomt. Worden het dan toch nog Italiaanse toestanden? Of slagen we er in om zo’n drama’s te voorkomen en die beruchte statistische curve met zijn allen toch op tijd om te buigen? Want ook dat zijn we, behalve soldaten tegen corona, nu allemaal in korte tijd geworden: deskundigen statistiek. Vroeg ons een half jaar geleden niet om een kruistabel te interpreteren. Maar nu weten we wel waarover het gaat: “flatten the curve!”
En als dat ons lukt, dan is dat applaus ook zeker voor u. Want wat we nu zien en meemaken hadden we een half jaar geleden ook nooit voor mogelijk gehouden. Geen lessen. Lege winkelstraten met alleen maar donkere etalages. Gesloten cafés en restaurants. Niet meer gaan en staan waar we willen. Bezoek aan familie of vrienden verboden. Zelfs al gaat het om de oma en de opa. We lijken wel in een duistere film of tv-serie beland.


Bourgondische Belgen


Het verbaast me elke dag opnieuw dat we dan toch vrij gedisciplineerd kunnen zijn. Wij, Bourgondische Belgen, die van achterpoortjes vinden in de regels onze nationale sport hebben gemaakt. 
Ja, er waren inderdaad wel van die lockdown-feestjes. Maar eigenlijk was dat natuurlijk wel een beetje te verwachten. Want zeg nu zelf: de cafés om middernacht sluiten? Wie haalt dat nu in zijn hoofd? Dat had toch net zo goed ’s middags gekund. Die twaalf uur zullen de zaak niet gemaakt hebben. De mensen aan het roer bij ons mogen de situatie tot nog toe dan wel knap hebben aangepakt, we worden er zelfs over de grenzen voor bewonderd, maar dat was dan toch een kleine misrekening.


Dat er ook slimmeriken waren die snel de grens overstaken, omdat daar de winkels en cafeetjes nog wel open waren, is vooral het mooiste bewijs dat er net op het meeste essentiële punt, de gezondheid, niks internationale samenwerking is. Waar zit Europa? Het lappendeken dat Baarle is, mag dan voer zijn voor leuke reportages en regelrechte kolder, met onderbroeken die je niet kan kopen omdat ze op Belgisch grondgebied liggen, en snoepjes die je wel kan pakken omdat die in het Nederlandse deel liggen, het is toch vooral schrijnend wanneer het er, zoals nu, echt op aan komt.  


Maar ik onthoud dan toch vooral dat de overgrote meerderheid zich netjes aan de regels houdt. En dat we dat ook van elkaar verwachten. Als daar de verklaring ligt dat we in de Kempen voorlopig, hout vasthouden, toch met minder coronabesmettingen worden geconfronteerd, dan verdient dat zelfs een dik applaus.
Uiteraard zullen ook wel heel wat andere redenen meespelen. Gingen de Kempenaars, gelukkigerwijs, naar de gezondere ski-oorden? Wonen we in de Stille Kempen allemaal wat verder uit elkaar? Is ‘social distancing’ gewoon de volksaard van de stugge Kempenaar? Want geef toe: al dat kussen bij een ontmoeting, dat is toch maar iets dat is komen overwaaien vanuit ‘t stad. 


Laten we vooral hopen dat het ook niet met de Kempense koppigheid te maken heeft om niet voor elk hoestje naar de dokter te gaan. Of erger nog, dat er te weinig controles zijn in de Kempen. Dat het treinaanbod vanuit de Kempen niet altijd optimaal is. Tot daaraan toe.
In de Mechelse rand ziet het plaatje er, spijtig genoeg, minder rooskleurig uit. Het Imelda-ziekenhuis in Bonheiden staat in de top van het aantal corona- of Covid-19-patiënten. Minder geluk met de skireizen? Een bloeiend verenigingsleven? … 


Opvallend genoeg blijft net de grote stad Mechelen, waar je net meer contacten verwacht, relatief beter gespaard dan zijn rand. Voor een echte verklaring zal het wachten zijn tot deze pandemie helemaal achter de rug is. En mogelijk zullen we het allemaal zelfs nooit zeker weten. Wellicht zal het wel een optelsom van alle mogelijke verklaringen zijn. 


Gezond verstand


Wat nu al wel vaststaat is het plichtsbewustzijn en de discipline van iedereen om de regels braafjes te gehoorzamen. Dat kunnen we elke dag opnieuw zelf merken. Iedereen heeft zo stilaan wel door waarover het gaat. Afstand houden, zodat we niemand besmetten. Wat is dat dan met die discussie over 1 km wandelen of 50 km fietsen? De wielertoerist die 50 km alleen door de velden gaat fietsen, zal minder mensen tegenkomen, dan wanneer je in de stad amper een blokje van 1 km rond je appartement mag wandelen.
Er zijn regels en er is gezond verstand. Dus ook met de parkeerterreinen aan parken en natuurdomeinen. Akkoord, die mogen niet veranderen in een festivalweide van Werchter, maar kunnen we daar geen andere oplossing voor verzinnen dan ze rigoureus af te sluiten? Was bewegen in de openlucht niet net gezond?


Aan elke supermarkt staat bijvoorbeeld tegenwoordig wel een beveiligingsagent om erop toe te zien dat iedereen afstand houdt en er niet te veel mensen tegelijk de winkel binnenwandelen. Kunnen we dat dan ook niet aan onze bossen doen? Zodat de mensen die in een appartement in de stad wonen ook eens frisse longen kunnen komen halen. Want we mogen dan wel stugge mensen zijn op den buiten, die het niet zo op kussen begrepen hebben, we zijn toch ook nog altijd gastvrij. 


Maar net met die gastvrijheid kunnen we op dit moment niet echt veel. Die regeltjes zijn goed, dat lijken ze toch te bewijzen. Dus moeten we het maar zo lang volhouden als nodig. Ook al is dat dan langer dan we eerst dachten. En ook al was dat al een eeuwigheid. En als we dat dan braafjes doen tot het bittere eind, dan verdient dat applaus. Maar we krijgen er nog zoveel meer voor in de plaats: een goede gezondheid!