Partnerartikel

Rentes stijgen wereldwijd, maar niet op de spaarrekeningen. Wel bij alternatieve investeringen.

din 9 Jan
thumbnail_image001_1.jpg
Na jarenlang lage inflatie gekend te hebben zorgden de lage rentes, het kwantitatieve verruimingsprogramma van de ECB (en andere centrale banken), tezamen met logistieke belemmeringen tijdens en na Covid, voor grote prijsstijgingen. Dat werd al snel gevolgd door snel stijgende rentes op de kapitaalmarkt. Ook de banken verhoogden snel hun rentes, maar niet op de spaarrekeningen. Hypotheken, bedrijfskredieten, persoonlijke leningen: de rentetarieven stegen snel. Daarnaast werden banken kritischer op hun klanten; wie tot een jaar geleden nog makkelijk een zakelijke hypotheek kreeg, wordt nu vaak geweigerd. Ondertussen boeken vele banken kwartaal na kwartaal recordwinsten.

Vraag en aanbod

De sparende consument of ondernemer ziet echter vooralsnog weinig terug op zijn of haar spaarrekeningen van de gestegen rente. De spaarder is trouw en gaat niet snel weg bij de bank waar hij/zij al jaren, zo niet decennialang, bankiert. Hierdoor weten banken dat zij de spaarrentes niet met gelijke pas hoeven verhogen met de rentes waartegen zij uitlenen. De trouw van hun sparende klanten is een mogelijkheid de marges van de bank te verhogen.

Non-bancaire instellingen

Een veilig rendement is wat banken zeggen te bieden. Maar het rendement valt tegen. Terwijl het voor banken wel mogelijk is op veilige basis een hoger rendement te bieden. Non-bancaire instellingen spelen hierop in. Financiers zoals Pearl Capital werken niet met een hefboom zoals banken: zij lenen alleen geld uit dat ‘spaarders’ bij hen stallen. En in tegenstelling tot banken staat er voor iedere uitstaande lening ook een hypothecair onderpand van vaak tenminste 1,5 keer de waarde van het uitstaande krediet. Geen door de staat gegeven garantie tot €100.000 per persoon, maar een vastgoed gezekerde investering zonder maximum.

Rentes

Waar banken geld uitlenen voor rentes van ruim 8% aan ondernemers, maar slechts 1,5% teruggegeven aan spaarders, ligt dat model bij alternatieve financiers anders. De gehanteerde rentes voor het uitlenen liggen iets boven de 8%, maar de rente die zij aan spaarders geven ligt richting de 6%. De rentes op dit soort niet-beursgenoteerde beleggingen lagen tot 1-2 jaren geleden vaak nog rond de 4-5%, maar doordat de groep mensen die hierin investeert veel kleiner is dan de groep spaarder bij de bank, is ook de concurrentie voor hun gelden groter en daarmee de rentes die financiers bieden.

Rentes van 6% maken nog steeds een hele gezonde winstmarge mogelijk voor non-bancaire instellingen, maar zorgen door de concurrentie wel voor een eerlijkere verdeling van het rendement met de spaarder. Eén ander verschil met de bank: dit soort investeringen zijn wel vaak niet dagelijks opneembaar maar kennen looptijden van bijvoorbeeld 18 maanden en rentebetalingen per kwartaal. Ook daardoor ligt de rente, ondanks de zekerheid van het onderpand, iets hoger dan bij de bank.