Onze mening: Ocharme
Ik ga u verbazen, maar ik meen het echt: ik heb compassie! En nog wel medelijden met onze politici. Ja, die had u niet zien aankomen hé. Van een bekentenis gesproken. Maar het is wel zo.
Maar als ik zeg onze politici, dan heb ik het wel degelijk over die politici van ons. Die dicht bij ons staan. Die we wekelijks tegenkomen op het mosselfeest van de sportclub of de wafelenbak van de jeugdvereniging. Die mannen en vrouwen met wie we nog een pint of een koffie kunnen drinken, aan de toog. Nu ja, tegenwoordig niet aan de toog. Maar u weet wat ik bedoel.
Die mensen tegen wie we ons beklag kunnen doen en eerlijk ons gedacht eens kunnen zeggen. Rechtstreeks, maar dan wel in deftige bewoordingen. Niet het soort van gal spuwen in de goorste taal, zoals op Facebook. Of zoals sommige toppolitici doen in luchtige talkshows.
Want dan denk ik: ocharme! Je zal nu maar gemeenteraadslid, schepen of burgemeester zijn. Met overtuiging en vol idealen in de politiek gestapt, boordevol goede bedoelingen en engagement. En dan word je op een blauwe maandag op één hoopje gegooid met die mensen die nu in de Wetstraat de dienst uitmaken.
Po(s)tje
Want als ik dat bezig zie, wees gerust, dan denk ik net hetzelfde als u: wat maken ze me er daar een potje van. Ok, zo om de 6 jaar worden er op een zondagavond begin oktober, de avond van de gemeenteraadsverkiezingen, ook in uw gemeentehuis duchtig messen in de rug gestoken of dure eden en veto’s gezworen. En dat van Hoogstraten tot Bornem. (Deze 2 gemeenten zijn uiteraard lukraak gekozen, omdat ze nu eenmaal het noordelijkste en zuidelijkste punt van onze regio zijn.)
Maar wanneer begin januari dan onze lokale verkozenen in hun deftigste mantelpakje en chicste kostuum hun opwachting maken in de gemeenteraad, dan weten we: dit komt wel goed. Bij de ene zal het wat langer duren voor alle frustraties zijn doorgeslikt. Maar uiteindelijk is iedereen er bezig met het goed van zijn of haar of, nog beter gezegd, onze gemeente.
Maar als je dan het schouwspel van de afgelopen dagen in Brussel bezig ziet. Dat meerderheid en oppositie niet elkaars beste vriendjes zijn, tot daar aan toe. Maar als ze bij de meerderheid elkaar al niet vertrouwen. En dan nog voor ze goed en wel een meerderheid hebben gevormd. Dan heb je niet onmiddellijk dat geruststellende gevoel.
En dan zit je daar op café, als goedbedoelende lokale politicus en hoor je het ene na het andere verwijt over die zakkenvullers en postjespakkers. En kijken ze ook jou eens scheef aan. Of dan lees je op Facebook al die vernietigende commentaren. Probeer je daar maar eens tegen te verdedigen. Je zal je maar elke dag en avond uitsloven als plaatselijke politicus. Wel ja, ik heb compassie met hen. En dat is gemeend.
Rekening
Uiteraard is het ook in uw eigen stad of dorp niet altijd koek en ei. U heeft wellicht al eens gevloekt over die windmolen die in uw achtertuin komt. Of die straat waar u niet meer in mag met de auto. Omgekeerd kan natuurlijk ook. U bent misschien al die auto’s beu. U heeft er misschien zelfs een petitie tegen getekend. Wie weet zelfs mee gestapt in een betoging richting gemeentehuis.
Maar, hoe oneens u het er soms ook mee bent, er zit wel altijd een logica achter. En die logica is tegenwoordig in Brussel soms wel erg ver te zoeken. Zo krijg je, net wanneer alle alarmbellen afgaan en ons land rood kleurt vanwege het toenemende aantal Covid-19-besmettingen, te horen dat het allemaal wat soepeler mag met die regels.
En daar sta je dan als stadsbestuur van Geel. Heb je op elke straathoek een affiche gehangen met de vraag om goed voor elkaar te zorgen en een mondmasker te dragen. Of neem nu pakweg de burgemeester van Willebroek. Ok, je hebt de cijfers zelf misschien wel eens gerelativeerd. Misschien zelfs in twijfel getrokken. Maar je beseft: het gaat de verkeerde kant uit met die stijging van het aantal positieve gevallen. En je vraagt de politie om strenger op te treden tegen mensen die al die regels aan hun laars lappen. Maar hé, dat steekt toch allemaal niet zo nauw meer.
Of hoorden we een dag later in het parlement nu toch weer dat het strenger gaat worden? Niet verwonderlijk dat niemand meer kan volgen. Of erger nog: niet meer wil volgen. Want dat is natuurlijk het resultaat. Niemand volgt nog de regels. Maar ook niet meer de politiek. Langzaam keren zelfs de mensen die het allemaal wel nog volgden zich af.
Of zoals iemand het afgelopen week mooi op Twitter verwoordde: doop de naam van je partij om in BLANCO en de volgende keer veel stemmen gegarandeerd.
En dat zien uiteraard ook, en misschien zelfs nog beter dan hun leiders in Brussel, al die lokale mandatarissen gebeuren. En daar zit je dan weer een hele avond op te offeren in één of andere vergadering in een ongezellig zaaltje. En dan doe je zo je best om van je eigen dorp of stad een fijnere plek te maken.
Om de sluiting van de cultuurhuizen te compenseren, lijkt het wel alsof de politiek zich verplicht voelt om maar zelf voor wat extra theater te zorgen. Helaas, wel slecht theater. En dan zie je dat als lokale politicus aan en besef je dat ook jij de rekening gepresenteerd krijgt. En dan denk ik: ik heb compassie, ocharme.
Jeroen Verlooy
hoofdredacteur RTV