Onze Mening: "Te is nooit goed..."

zat 4 Dec 2021
Ik moet de jongste tijd geregeld aan de gevleugelde woorden van mijn nonkel J denken. Ik denk dat hij ze van mijn moemoe heeft. En het zou me niet verbazen als zij ze op haar beurt van De Bond Zonder Naam heeft geleend.

En of Phil Bosmans dan ook nog eens aan iemand anders schatplichtig was, dat antwoord moet ik schuldig blijven. Voor hetzelfde geld is het zelfs geen spreuk van hem.

Soit, om niet al te ver af te dwalen, de woorden die me de jongste tijd dus dikwijls te binnen schieten: “Te is nooit goed…behalve tevreden.” Want het lijkt tegenwoordig wel alsof niemand nog tevreden is.

De boeren die met hun tractoren de ring in Geel blokkeren. Jawel, het boerenprotest is terug. ‘De zandputten’ in Mol waar nog nooit was gestaakt, tot nu. De politie die te pas en te onpas ons paske en andere papieren moet zien. En dan, iets langer geleden al, een paar tienduizend mensen die elkaar vinden voor een coronabetoging in Brussel.

Dat laatste blijf ik trouwens curieus vinden. De helft die boos is omdat ze zich gedwongen voelt om zich te laten vaccineren. En de andere helft die kwaad is omdat ze zich nog altijd aan allerlei regeltjes moet houden, hoewel ze gevaccineerd is.

Je zou met een beetje overdrijving kunnen zeggen: boos op elkaar dus. Maar goed, boosheid verbindt blijkbaar. Iets in de zin van “gedeelde kwaadheid is halve boosheid”, om den Bond maar even te parafreseren. Een bizarre vaststelling.

 

Te veel

 

Diezelfde merkwaardige tegenstelling zien we ook iedere keer wanneer het met de cijfers de verkeerde kant opgaat. Intussen weten we bij het begrip de cijfers dat het dan over besmettingen, ziekenhuisopnames of IC-bedden gaat.

Waar is de tijd dat we bij ‘de cijfers’ aan ons rapport dachten? Ook die gingen af en toe – en als we er zo op terugkijken meer wel dan niet – de verkeerde kant uit. En ook toen was het resultaat een lockdown. Alleen gold die dan alleen voor mezelf. En alleen een weekendje. Of, als de cijfers echt dramatisch waren een paar weekends meer.

Maar goed, met de slechte cijfers van toen waren nog geen mensenlevens gemoeid. Dat ‘attaqueske’ dat ons moeder en vader ervan kregen, was eerder spreekwoordelijk dan letterlijk. Enfin, dat is toch wat ik me ervan herinner.

Net zoals toen, in die tijd van mijn rapporten, een heel comité samenkwam – in de gedaante van vader en moeder – komt er nu dus ook een heel Overlegcomité bijeen als de cijfers niet goed zijn. En net als ik indertijd begint dan iedereen te sidderen en te beven.

Wat zal er nu weer uit de bus komen? Blijven de gevolgen beperkt of gaan we ineens over tot drastische maatregelen? Kortom: wat is de scha?
En elke keer weer voelde het niet juist. Niet in verhouding. Houden ze niet genoeg rekening met de omstandigheden en het bredere plaatje.

Zijn de klassen de motor van de vierde golf? Hé, daarbuiten zijn er nog veel meer besmettingen? Is het wel een goed idee om met veel mensen bijeen te zitten? Ja maar we doen er alles aan om de lucht zo proper mogelijk te houden. Nergens zit je veiliger dan bij ons.

Dan begin ik nog niet over de discussie over vaccineren of niet-vaccineren.

Maar de slechte cijfers – besmettingen, ziekenhuisopnames, IC-bedden – komen dus altijd van overal en nergens. In elk geval nooit van bij ons. Dus worden we ook nu altijd te hard gestraft. En is het ook nu dus altijd wel te veel.

 

Te weinig

 

Nog straffer is dan ons onbegrip wanneer de maatregelen te weinig blijken. Wanneer blijkt dat, in een poging om toch zoveel mogelijk mensen en sectoren te sparen, dat niet voldoende is.

“Hebben die in Brussel dan nog niks geleerd?”, “Hoe is het mogelijk dat we na anderhalf jaar nog altijd zo zitten aan te modderen?”, “Geraken we er dan nooit uit?”

Jawel, ooit raken we eruit. Alleen is alles zo nieuw en moeten we inderdaad nog zoveel leren dat het vervelend wordt. Dat is helaas de realiteit.
En dat klinkt wrang. Dat lijkt maar weinig, te weinig.

Maar is iemand daar schuldig aan? Gevaccineerd of niet? Natuurlijk niet. Alleen is het wel altijd makkelijker wanneer we iets of iemand de schuld kunnen geven. Dat we ‘het kwaad’ kunnen benoemen.

Want dan hebben we iets of iemand om tegen te protesteren. Om ons tegen af te zetten. Want altijd is het wel te veel of te weinig.

Wil ik daarmee zeggen dat het nu tegoei is? Neen, daarvoor zijn er iets te veel bokkensprongen gemaakt. Op iets te korte tijd. Zoals drie keer in amper een week …

Dus ja, tevreden kunnen we dan niet echt zijn. Och ja, er zit ook te in tequila…

 

De hoofdredactie