Onze Mening: 't Eén is nog niet achter de rug of ...

vrij 11 Mar 2022
De zon schijnt. De maskers mogen af. We kunnen weer fuiven en feesten, lallen en brallen tot in de late uurtjes. Kortom, het leven lacht ons toe bij deze eerste lentedagen.

En toch. We kunnen het nog niet horen tot hier, maar ze zijn er wel: de wapens en raketten die inslaan in de achtertuin van Europa.

Enfin, volgens de ene toch onze achtertuin. Volgens de andere het bos achter onze tuin. En dat is dan meteen ook de reden waarom Oekraïne er toch een beetje alleen voor staat. Brave little Ukraine!

Hoewel, zo klein is het nu ook weer niet. En voor alle duidelijkheid: deze verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog is absoluut geen oproep om de hele wereld in een allesvernietigende oorlog te storten.

Maar we kennen onze geschiedenis en we weten dat het toen, iets meer dan 100 jaar geleden, ook daar ergens in de buurt was dat de vlam pas echt in de pan sloeg. Laten we dus vooral maar hopen dat l’histoire zich niet répète.

Trouwens, zo helemaal alleen lijken de Oekraïners er toch ook weer niet voor te staan. Zeker niet als ik de vele initiatieven zie die in elk dorp en iedere stad worden opgestart.

In Mechelen en Hoogstraten maken ze massaal bedden vrij. In Geel gaan ze met een bus naar Polen om er aan de grens Oekraïense vrouwen en kinderen, op de vlucht voor het oorlogsgeweld, op te pikken. Vanuit Dessel vertrekken hulpgoederen en medicijnen. Tolken melden zich massaal in Mol en Lier.

De grote solidariteit hier is hartverwarmend om te zien. En in schril contrast met de soms hartverscheurende beelden van de horror en het geweld ginder.

Hier breekt de lente misschien al door. Maar daar lijkt het voorlopig toch nog bar winterweer.

 

De vraag van 1 miljoen

 

Dat we iets doen is niet meer dan normaal. Integendeel. Het zou er nog aan moeten mankeren. Het is onze plicht. Er wordt nu al gesproken over de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Oorlog.

De vraag van 1 miljoen is dan ook niet hoeveel vluchtelingen het er uiteindelijk zullen zijn. Want het staat nu al vast dat het niet met 1 miljoen zal ophouden.

De vraag is misschien wel: hoe lang zullen we zo gastvrij blijven? Hoe groot is ons hart echt?

Want hoe mooi al die initiatieven wel niet zijn. En hoe groot ons hart wel niet lijkt om die oorlogsslachtoffers te helpen, toch hoor je links en rechts al de eerste zure oprispingen.

Aan de ene kant omdat het ene conflict blijkbaar het andere niet is. Waarom worden Oekraïense vluchtelingen iets hartelijker opgevangen dan Syrische of Afghaanse gelukszoekers, ook op de vlucht voor oorlog. Om over bijvoorbeeld Jemen nog maar te zwijgen. Iemand daar nog iets over gehoord?

En aan de andere kant vragen sommigen zich af hoe het komt dat we plots zoveel mensen kunnen opvangen terwijl sommige gezinnen al jaren op een wachtlijst staan voor een sociale woning.

Het is allemaal een kwestie van perspectief.

Op dit moment ziet het er in elk geval niet naar uit dat die hele oorlog snel achter de rug is. Laat staan dus de vluchtelingenstroom.

En dan maak ik me toch een beetje zorgen over de toekomst. En dan heb ik het zelfs nog niet over de gevolgen die we nu al zelf ondervinden. De prijzen aan de pomp. Of de energiefactuur die in de brievenbus valt.

 

Lessen uit het verleden/heden

 

Onze goede voornemens zijn dikwijls niet van al te lange duur. Dat kunnen we zelf ieder jaar opnieuw vaststellen.

Als ik me niet vergis had u zich met nieuwjaar voorgenomen wat meer te sporten, wat minder te snoepen, wat meer tijd vrij te maken voor de familie, wat minder te drinken… Wat komt daar nu, amper twee maanden later, nog van terecht?

Of kijken we maar naar de coronapandemie in het niet zo verre verleden. Want, zo is het helaas toch maar, de ene crisis is nog niet achter de rug of daar is de volgende wereldbrand al.  

En laten we eerlijk zijn, die coronacrisis is zelfs nog niet helemaal voorbij. Het is niet omdat zo goed als alles weer mag, dat we er al helemaal van af zijn. En laat bij deze vaststelling al meteen het schoentje knellen.

Terwijl we in het begin braafjes alle maatregelen opvolgden, groeide mettertijd het verzet. En werd braafjes opvolgen, als schaapjes volgen. Of toch volgens degenen die niet meer wilden volgen.

En terwijl er in het begin zoveel samenhorigheid was en we samen ’s avonds op straat kwamen om te applaudisseren voor de helden van de zorg, groeiden we geleidelijk aan uiteen in twee kampen. Met onbegrip en scheldtirades heen en weer.

Wat in het begin een zegen was - meer telewerken, thuis bij de kinderen - werd ook algauw een last – hoe konden we én zelf werken én de kinderen bezighouden?

Kortom: ons geheugen en onze goede voornemens zijn soms van korte duur.

Voor alle duidelijkheid: ik wil niet al te somber klinken. Integendeel, laat dit net een oproep zijn om niet alleen in deze eerste dagen van het geweld in Oekraïne ons groot hart te tonen met warme initiatieven.

Want de kans is groot dat dit weer wel eens wat langer zou kunnen duren dan we nu hopen. De lockdown die we precies 2 jaar geleden ingingen, ging ook maar 3 weken duren. Was dat even een misrekening. Vooral een goede les om te onthouden.

En wanneer dit dan toch weer achter de rug is, volgt er ongetwijfeld weer wat anders. Dus hé, laten we ons intussen maar gelukkig prijzen en geniet van al die kleine, fijne dingen die het leven ons hier biedt. En van dat mooie lentezonnetje.

 

De hoofdredactie